De Boerenkrijg in het Land van Waas ontvlamde te Haasdonk, waarna de strijd uitwaaierde en via Stekene onder leiding van Macharius Rheyns ook naar Moerbeke en Eksaarde uitbreidde. Na een treffen in Zwaanaarde trokken de Fransen zich terug, waarna de brigands naar Sinaai en Sint-Pauwels trokken en zo het hele noorden van het Land van Waas in handen hadden.
De Boerenkrijg bereikte Lokeren evenwel vanuit het zuiden. De opstand in Overmere sloeg over naar Zele waar in de nacht van 20 op 21 oktober 1798 de kerkdeuren werden geopend, de noodklok geluid en de conscriptierollen verbrand. In die nacht vermoordden de brigands ook Eugène Joseph Debbaudt, commissaris van het directoire exécutif van Zele.
Op 21 oktober 1798 overrompelden overdag brigands het Lokerse stadhuis en plunderden het huis van vrederechter Laurentius Francies De Cock. Het feit dat majoor Target vanuit Lokeren met de 31ste dragonders eerder naar het oproer in Haasdonk was getogen, gaf de brigands aanvankelijk vrij spel. ’s Namiddags werden de klokken van de Sint-Laurentiuskerk geluid en werd de vrijheidsboom geveld. Uit Gent opgeroepen Franse gendarmes te paard, onder leiding van brigadegeneraal François Guillaume Barthélémy Laurent, herstelden de orde, waarna de brigands Lokeren nog diezelfde dag uit vluchtten. In die schermutselingen kwamen vijf burgers om: Johannes Delagey in de Postmeesterdreef, Willem De Lange op de Kouter, Pieter Van Cotthem in de Lindestraat, Pieter Rooms op de Heirbrug. Op de weg naar Zele werd Zelenaar Jozef Pannekoek dood aangetroffen. Een zesde slachtoffer viel enkele dagen later te Zeveneken.
Een eeuw na de uitbraak van de Boerenkrijg werd in de trappenhal van het stadhuis van Lokeren een witmarmeren gedenkplaat aangebracht. Het is gebeeldhouwd door Theodoor Clement, naar een ontwerp van Theodoor Welvaert. Op 15 augustus 1898, na een plechtige viering in de Sint-Laurentiuskerk met sermoen van pater Salesius, tevens auteur van het Boerenkrijgtoneelstuk Van Buiter & Tassijns (1875), trok een stoet naar het stadhuis voor de onthulling. De gedenkplaat toont bovenaan het wapen van Lokeren en in het veld de tekst:
De stad Lokeren - ter vereering der gevallen Voorvaderen - in den strijd - voor God en Vaderland - in october 1798. – Namens het Gemeentebestuur De Secretaris L. Van Brabant - De Schepenen M. Van Damme E. Vanneste - De Burgemeester P. Thuysbaert. Onderaan de gedenkplaat is een pendant met een laurierkrans rond de datum van onthulling: 15 oogst 1898.
De Boerenkrijg kreeg in Lokeren rond dezelfde tijd nog een bijkomende herinnering in de vorm van een schilderij met lengte van 3,10 meter. Het is besteld voor de raadzaal maar is thans opgenomen in het depot van het Stadsmuseum van Lokeren. Het werk, gepenseeld door Leo Steel, kreeg de titel: De Boerenkrijg begon in de nabijheid van Lokeren in 1798. Zij streden en stierven voor “God en Vaderland”.
Het majestueuze werk toont een bosrand waar brigands zich ophouden. op de voorgrond staat een knielende priester het gezin en makkers van een gesneuvelde brigand bij. Rechts boven is zicht op een kerktoren, een subtiele verwijzing naar de religieuze dimensie van de Boerenkrijg. Aan de bosrand staat een trommelaar en links van hem draagt een brigand de banier van de Boerenkrijg: een rood kruis op een wit veld.